3D-printen
leerdoelen
2.1 de leerling heeft kennis van 3D-printer
2.2 de leerling kan een product ontwerpen en tekenen
2.3 de leerling kan 3D-printprincipes en printtechnieken uitleggen
2.4 de leerling kan een product in elkaar zetten door gebruik te maken van verbindingen
Voorbereiden
Er bestaan veel verschillende 3D-printers. Met een 3D-printer kun je een product printen. Het verschil tussen een gewone printer en een 3D-printer is dat je met een gewone print plat print. De producten die uit een 3D-printer komen zijn dik en tastbaar. Van alle kanten kun je zien dat het product niet plat is.
3D staat voor driedimensionaal, de drie dimensies zijn:
- Hoogte
- Dikte
- Breedte
Om te printen gebruikt een 3Dprinter materiaal. Dit kan metaal, plastic, poeder of vloeistof zijn. Hierdoor ontstaat een product. Om iets te kunnen printen in 3D moet je eerst een ontwerp hebben. Er zijn speciale computerprogramma’s waarmee je in 3D kunt tekenen, een CAD-programma.
Stappenplan 3D-printen
- Ontwerpen
- STL-bestand maken
- Printen
- Opschonen
Ontwerpen
De ontwerper gaat eerst ontwerpen in het CAD-programma.
STL-bestand maken
Voordat de 3D-printer de tekening kan lezen moet de tekening worden omgezet in een STL-bestand. Hierdoor kan de printer precies tekenen wat de ontwerper bedacht heeft.
Printen
Na het opslaan van het STL-bestand kan de printer printen.
Opschonen
Na het printen kunnen er wat hobbeltjes of sliertjes achterblijven. Deze kunnen handmatig verwijdert worden.
Begrippen
STL-bestand: Surface Tesselation Language. Een bestand dat tekeningen omzet in grote en kleine driehoekjes zodat 3D worden aangebracht in het ontwerp.
Slicen: plakjes of laagjes maken. Een 3D-printer begint onderaan het ontwerp en werkt zo laagje voor laagje naar boven.
Opdrachten 3D-printen
- Geef aan wat het verschil is tussen gewoon printen en 3D-printen
- Met welke materialen kan een 3D-printer printen
- Wat kun je zeggen over het product dat een 3D-printer maakt?
- Wat zijn de vier belangrijkste stappen van het 3D-printen, benoem wat er in elke stap gebeurt.
- Hoe bouwt een 3D-printer het product op?
Uitvoeren
Het grootste gedeelte van de 3D-printers print laag voor laag. De printer brengt van onder tot boven steeds een nieuw laagje aan. Deze laagjes stapelt de 3D printer op elkaar. Wanneer het klaar is smelt of plakt het deze aan elkaar vast, zo ontstaat het product.
Opdracht
1. Kijk in de keuken van jouw school en ga op zoek naar kommetje, bakje of een kopje.
2. Teken het product van de voorkant. Kijk naar het voorbeeld.
3. De 3D-printer print in laagjes. Geef in jouw tekening aan waar de laagjes verschillend zijn. Doe dit met lijntjes.
4. Teken de lagen van jouw product vanaf de bovenkant gezien. Kijk naar het voorbeeld.
5. Maak van klei al jouw lagen en bouw je product laagje voor laagje van onder tot boven op. Laat het eindresultaat zien aan je docent.


Terugkijken
1. Hoe ging het in lagen opbouwen van je product? wat ging er goed en wat ging er minder goed?
2. Waarom heb je geleerd om een product in lagen op te bouwen?
3. Had je hulp nodig, waarbij?
4. Wat heb je geleerd van het oefenen met klei?
Maak een foto van je resultaat en zet deze in Peppels (digitaal portfolio)
Beroepenlijst
Gebruik bij deze opdracht de link beroepen in beeld
Kies twee beroepen waar met 3D-printen gewerkt wordt, zie de tekst bij voorbereiding.
Beschrijf in het kort welke werkzaamheden je uitvoert binnen dit beroep.
Zet de twee beroepen met beschrijving van werkzaamheden bij de LOB opdracht in de
Maak jouw eigen website met JouwWeb